Kleine vennootschappen genieten bepaalde fiscale gunstmaatregelen. De criteria om te bepalen wanneer een vennootschap ‘klein’ is, zijn door de wetgever recent aangepast om rekening te houden met de sterke inflatie van de afgelopen jaren. Ook het zogenaamde ‘consistentiebeginsel’ werd voor een jaar buitenspel gezet.
Klein of groot
De kwalificatie als ‘kleine’ vennootschap is relevant voor diverse fiscale gunstmaatregelen. Zo kunnen enkel kleine vennootschappen genieten van het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting en kunnen enkel zij liquidatiereserves aanleggen. De kwalificatie als kleine vennootschap op het moment van de inbreng is daarenboven één van de voorwaarden om de VVPRbis-regeling toe te kunnen passen.
De grootte van een vennootschap wordt bepaald door haar omzet, balanstotaal en aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Een recente wet heeft de grensbedragen voor twee van de drie criteria verhoogd.
|
Kleine vennootschap (art 1:24§1 WVV) |
oude grensbedragen |
nieuwe grensbedragen |
|
omzet |
€ 9.000.000 |
€ 11.250.000 |
|
balanstotaal |
€ 4.500.000 |
€ 6.000.000 |
|
gemiddelde VTE |
50 |
50 |
De nieuwe grensbedragen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen na 31 december 2023.
Volledigheidshalve vermelden wij dat ook de criteria voor microvennootschappen (art. 1:25§1 WVV) en groepen van beperkte omvang (art. 1:26§1 WVV) zijn verhoogd. Voor verenigingen en stichtingen zijn ze voorlopig nog niet verhoogd (art. 1:28 tot 1:31 WVV).
Consistentiebeginsel eenmalig opgeschort
Wanneer meer dan één van de grensbedragen wordt overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer zich dit voordoet gedurende twee opeenvolgende boekjaren (dit noemt men het ‘consistentiebeginsel’). De gevolgen gaan pas in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin voor de tweede keer meer dan één van de criteria werd overschreden of niet meer werd overschreden.
De wetgever heeft het consistentiebeginsel eenmalig opgeschort. Dit impliceert dat voor het eerste boekjaar dat een aanvang neemt na 31 december 2023 enkel moet worden nagegaan of de vennootschap op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar meer dan één van de nieuwe grensbedragen overschrijdt. Een vennootschap die groot was op basis van de oude grensbedragen, maar klein is op basis van de nieuwe grensbedragen wordt meteen klein. Vanaf het tweede boekjaar dat een aanvang neemt na 31 december 2023 geldt opnieuw het consistentiebeginsel.
Het hierna volgende voorbeeld illustreert dit :
|
jaar |
31/12/2022 |
31/12/2023 |
31/12/2024 |
31/12/2025 |
|
omzet |
€ 11.000.000 |
€ 11.500.000 |
€ 11.800.000 |
€ 12.000.000 |
|
balanstotaal |
€ 5.000.000 |
€ 5.200.000 |
€ 5.500.000 |
€ 5.800.000 |
|
gemiddelde VTE |
40 |
40 |
40 |
41 |
Volgens de oude grensbedragen was de vennootschap ‘groot’. De nieuwe grensbedragen gelden voor het eerste boekjaar dat afsluit na 31/12/2023. Op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar (31/12/2023) overschrijdt de vennootschap slechts één van de nieuwe criteria (met name inzake omzet). Door het opschorten van het consistentiebeginsel is dit voldoende om de vennootschap als klein te beschouwen vanaf het boekjaar 2024.