In een zaak waarin er grote spanningen waren tussen broer en zus, had de vader ervoor geopteerd om een zorgvolmacht te geven aan zijn zoon met uitsluiting van zijn dochter. Toen enkele jaren later de vader helemaal dement geworden was, had de dochter de vrederechter gevat om een bewindvoerder te laten aanstellen. De vrederechter was van plan dat te doen tot wij tussengekomen zijn om hem erop te wijzen dat hij dat niet kon omdat hij dan tegen de wil in zou gaan van de onbekwame persoon. Door vóór zijn onbekwaamheid uitdrukkelijk een zorgvolmacht aan zijn zoon te geven heeft hij duidelijk gemaakt dat hij het beheer van zijn vermogen wilde toevertrouwen aan hem en zeker niet aan zijn dochter. In de zorgvolmacht werd tevens een verklaring van voorkeur van bewindvoerder opgenomen die ook daar in het voordeel van de zoon was. De vrederechter kan enkel om gewichtige redenen (bijv bij misbruik) een zorgvolmacht aan de kant schuiven en zelfs in dat geval moet hij dan de bewindvoerder aanstellen die de onbekwame persoon zelf heeft aangeduid. Op die manier komt de vrederechter steeds bij dezelfde persoon terecht en kan hij enkel om zeer gewichtige redenen die voorkeur aan de kant schuiven. In deze zaak heeft de dochter dan bakzeil moeten halen en heeft ze zich teruggetrokken. De vrederechter is dan ook op zijn eerder besluit teruggekomen en heeft de zorgvolmacht wel degelijk volledig gehonoreerd.

&nbps;