In een recente voorafgaande beslissing bevestigt de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) het principe dat er geen schenkbelasting verschuldigd is op de ontbinding van schenkingen. In de situatie waarbij het geschonken vermogen eerst terugkeert naar de schenker om daarna opnieuw geschonken te worden, is er immers geen sprake van een animus donandi in hoofde van de begiftigden. (Voorafgaande beslissing nr. 19048 d.d. 04/11/2019)
Feiten
Twee broers hebben op het einde van de jaren negentig hun certificaten van aandelen in een vennootschap geschonken aan hun respectievelijke kinderen. Deze schenkingen werden niet geregistreerd in België.
Anno 2019 wensen de broers deze schenkingen te ontbinden en de certificaten opnieuw te schenken. Zij vragen aan Vlabel om te bevestigen dat er op deze ontbindingen geen schenkbelasting verschuldigd is, dat de nieuwe schenkingen onderworpen zullen worden aan de normale tarieven van de schenkbelasting (inclusief het gunstregime voor familiale vennootschappen) en dat de algemene antimisbruikbepaling niet van toepassing is op de voorgenomen verrichtingen.
Ontbinding van de schenkingen
Beide broers en hun kinderen wensen in onderling overleg de oude schenkingen te ontbinden. Zij zijn van mening dat de meer dan twintig jaar geleden uitgewerkte planning en de modaliteiten van de schenkingen niet meer overeenstemmen met hun wensen en die van hun kinderen. Onder andere het aan de schenking gekoppelde inbrengverbod wordt door de families als te beperkt beschouwd. De bewoordingen van deze clausule laten de begiftigde kinderen immers toe om het geschonken vermogen op te nemen in een beding van aanwas of een verrekenbeding bij een stelsel van scheiding van goederen, waardoor de geschonken goederen bij de schoonkinderen van de broers zouden kunnen terechtkomen. De vaders en hun kinderen wensen daarentegen absolute zekerheid te hebben dat het vermogen binnen de familie blijft.
Op basis van het gemeen verbintenissenrecht kunnen partijen altijd terugkomen op een overeenkomst met wederzijdse toestemming. De vraag is hoe deze ontbinding fiscaal gekwalificeerd moet worden. De geschonken goederen keren immers (zonder tegenprestatie) terug naar het vermogen van de schenker. De families menen dat er door het gebrek aan begiftigingsinzicht bij de begiftigde kinderen geen sprake kan zijn van een schenking en de ontbinding dus onbelast kan gebeuren.
Nieuwe schenking aan hun kinderen
Na de ontbinding van de oude schenkingen, wensen de broers de certificaten opnieuw te schenken. Deze nieuwe schenkingen zullen plaatsvinden voor een Belgische notaris en zullen worden onderworpen aan de normale tarieven in de Vlaamse schenkbelasting. Belangrijke kanttekening bij deze situatie: de families zullen in dit geval kunnen genieten van de vrijstelling voor familiale vennootschappen waardoor er geen schenkbelasting zal moeten worden betaald op de schenking van de gecertificeerde aandelen.
Antimisbruikbepaling
De broers verzoeken Vlabel ten slotte om te bevestigen dat deze ontbinding van schenking, die onmiddellijk gevolgd wordt door een nieuwe schenking, niet onder het toepassingsgebied van de algemene antimisbruikbepaling valt. Indien dit wel het geval was, zouden er immers toch schenkingsrechten verschuldigd kunnen zijn.
De families wensen de nieuwe schenkingen te doen onder andere modaliteiten die hen toelaten om de overdracht naar de volgende generaties te organiseren en het geschonken vermogen binnen de familie te houden. De familieleden willen daarnaast anticiperen op situaties waarbij één van de kinderen strafrechtelijk zou worden veroordeeld of verslaafd zou worden. Verder zijn zij van plan om een bewindsregeling, een uitgebreidere zaakvervanging en fideicommis de residuo aan de nieuwe schenkingen te koppelen. De ouders en de kinderen willen met zekerheid vastleggen dat het ondernemingsvermogen in de familie blijft. In de bestaande schenkingsaktes zijn er bepaalde gevallen waarbij dit vermogen toch bij de schoonfamilie terecht kan komen en dat is niet de bedoeling. Partijen zijn derhalve van oordeel dat er voor de voorgenomen verrichtingen voldoende niet-fiscale motieven aanwezig zijn waardoor de antimisbruikbepaling niet kan worden toegepast.
Beslissing Vlabel
Vlabel bevestigt in deze voorafgaande beslissing dat er op de ontbinding van schenkingen met instemming van alle partijen geen schenkbelasting verschuldigd is. Bij de begiftigde kinderen ontbreekt elk begiftigingsinzicht, waardoor er geen sprake kan zijn van een schenking.
Vervolgens stelt Vlabel dat er op de nieuwe schenking schenkbelasting zal worden geheven, maar dat de partijen in dit geval kunnen genieten van de vrijstelling voor familiale vennootschappen.
Omdat er aan de voorgenomen verrichtingen andere dan fiscale motieven ten grondslag liggen, is Vlabel ten slotte van oordeel dat de algemene antimisbruikbepaling geen toepassing kan vinden.
In deze beslissing wordt dus bevestigd dat het mogelijk is om oude schenkingen te ontbinden om kort nadien dezelfde goederen terug te schenken, zonder dat er naar aanleiding van deze ontbinding schenkbelasting verschuldigd is. Op de nieuwe schenking is uiteraard in principe wel schenkbelasting verschuldigd, tenzij er een vrijstelling van toepassing is.