Bij de recente hervorming van het huwelijksvermogensrecht werd de regeling voor het voortbestaan van de voordelen die echtgenoten elkaar tijdens hun huwelijk hebben toegekend grondig gewijzigd.
Hoe was het vroeger?
Vóór de wetswijziging die op 1 september 2018 in werking is getreden, was de regel dat de echtgenoten alle voordelen die ze elkaar bij huwelijksovereenkomst en sinds het aangaan van het huwelijk hebben toegekend bij echtscheiding verloren, tenzij zij anders waren overeengekomen.
In de rechtspraak werd verduidelijkt dat met de term ‘alle voordelen’ wordt bedoeld: alle schenkingen tussen echtgenoten en alle huwelijksvoordelen die tevens overlevingsrechten zijn (bijvoorbeeld bedingen van vooruitmaking en bedingen van ongelijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen). Ook alle erfrechtelijke aanspraken die in het huwelijkscontract waren opgenomen, zoals bijvoorbeeld de contractuele erfstelling, vallen hieronder.
Huwelijksvoordelen die de samenstelling van het eigen vermogen of het gemeenschappelijk vermogen regelen, zoals bijvoorbeeld de inbreng of de uitbreng van een goed in of uit de gemeenschap, bleven in geval van echtscheiding wel voortbestaan.
Hoe is het nu?
Vanaf 1 september 2018 zal artikel 299 van het Burgerlijk Wetboek echter als volgt luiden: “Behoudens overeenkomst in tegenovergestelde zin, leidt de echtscheiding tot het verval van de overlevingsrechten die de echtgenoten elkaar bij huwelijksovereenkomst en sinds het aangaan van het huwelijk hebben toegekend."
De term ‘alle voordelen’ wordt vervangen door de term ‘overlevingsrechten’, hetgeen leidt tot een beperking van de voordelen die automatisch vervallen bij echtscheiding. Onder ‘overlevingsrechten’ moet worden verstaan: de rechten die onder voorwaarde van overleving tussen echtgenoten zijn overeengekomen, namelijk de contractuele erfstellingen, de begunstigingen bij levensverzekering en bepaalde huwelijksvoordelen (met name het beding van vooruitmaking, het beding van ongelijke verdeling en het verblijvingsbeding). Andere voordelen, zoals het verrekenbeding, vallen buiten het toepassingsgebied van deze bepaling en zullen dus ook in geval van echtscheiding uitwerking krijgen.
Hierdoor is het automatisch verval van schenkingen in geval van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding afgeschaft. De wetgever vond deze regel disproportioneel, temeer omdat echtgenoten schenkingen aan elkaar steeds zonder enige motivering kunnen herroepen.
Waar er voor de nieuwe wet discussie over bestond, wordt de toepasselijkheid van de theorie van de huwelijksvoordelen in het nieuwe huwelijksvermogensrecht voor stelsels van scheiding van goederen wettelijk verankerd. Dit heeft tot gevolg dat de nieuwe regeling zonder discussie (ook) van toepassing is op overlevingsrechten verbonden aan een stelsel van scheiding van goederen.
En dit betekent...
Het automatisch verval van de schenkingen die echtgenoten tijdens het huwelijk aan elkaar hadden gedaan in geval van echtscheiding, is met ingang vanaf 1 september 2018 afgeschaft. Indien echtgenoten gedane schenkingen wensen terug te draaien in geval van echtscheiding, zullen zij hun schenking uitdrukkelijk moeten herroepen.