In de meeste landen geeft een overlijden aanleiding tot het heffen van een belasting op de vererving van onroerende goederen. Ook in de oude Belgische wetgeving was er reeds voorzien dat de erfbelasting op onroerende goederen die in het buitenland werd betaald kon worden verrekend met de belasting die in België zou verschuldigd zijn. Ingevolge een recente wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit is dergelijke verrekening voortaan mogelijk voor de in het buitenland geheven en betaalde erfbelasting met betrekking tot alle goederen.
Ongrondwettig onderscheid
Het vroegere federale wetboek successierechten voorzag enkel dat er een verrekening kon gebeuren voor erfbelasting die in het buitenland werd geheven op buitenlandse onroerende goederen. De Vlaamse Codex Fiscaliteit nam deze regel zonder meer over.
In het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 juni 2021 werd geoordeeld dat het gemaakte onderscheid tussen onroerende goederen en roerende goederen niet gerechtvaardigd was en dat het derhalve in strijd was met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Standpunt Vlaamse Belastingdienst
Na het arrest van het Grondwettelijk Hof heeft de Vlaamse Belastingdienst (hierna: Vlabel) het standpunt ingenomen dat de verrekening ook zal worden toegestaan voor de in het buitenland betaalde erfbelasting op roerende goederen (standpunt nr. 21042 d.d. 21 juni 2021 en gewijzigd op 8 augustus 2021).
Maar wat met buitenlandse belastingen die niet de aard van een successierecht in de strikte zin hebben? Het gaat dan om belastingen die niet door iedere erfopvolger persoonlijk zijn verschuldigd op goederen die hij verkrijgt door overlijden, maar toch de nalatenschap bezwaren doordat ze verschuldigd zijn ingevolge een overgang door overlijden (bijvoorbeeld de Amerikaanse ‘Estate Tax'). Hierover stelde Vlabel aanvankelijk dat deze belastingen enkel mochten worden afgetrokken van de waarde van de in het buitenland belaste goederen om de heffingsgrondslag in België te bepalen (standpunt nr. 15121 d.d. 2 september 2015, gewijzigd op 9 november 2015 en laatst gewijzigd op 21 juni 2021). Dit standpunt werd inmiddels opgeheven. Voortaan aanvaardt Vlabel dat ook dergelijke buitenlandse belastingen mogen worden verrekend (standpunt nr. 21042 zoals laatst gewijzigd op 8 augustus 2021). De term ‘erfbelasting’ wordt ingevolge het recentste standpunt zo geïnterpreteerd dat elke belasting die wordt geheven omwille van het overlijden in aanmerking wordt genomen voor verrekening.
Decreetwijziging
Met het decreet van 9 december 2022 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit heeft de Vlaamse decreetgever de wetgeving gewijzigd, zodat de verrekening van buitenlandse erfbelasting met betrekking tot alle buitenlandse goederen wettelijk verankerd is, ongeacht in welk land ze geheven is.
Het is wel belangrijk om op te merken dat de Vlaamse decreetgever het recentste standpunt van Vlabel (nr. 21042 d.d. 8 augustus 2021) niet integraal wettelijk verankerd heeft. Het decreet stelt immers niet dat elke belasting die wordt geheven omwille van het overlijden voor verrekening vatbaar is, maar beperkt zich tot erfbelasting en het verschuldigde successierecht. De vraag stelt zich dan ook of Vlabel haar ruime interpretatie van deze begrippen zal handhaven.
Brussel en Wallonië
Ook in het Brusselse Gewest is deze ongelijkheid reeds weggewerkt. In het Brussels wetboek successierechten werd het woord ‘onroerend’ geschrapt, waardoor enkel de erfbelasting die werd geheven in het land van ligging van het goed in kwestie voor verrekening vatbaar is. Het Waals wetboek successierechten is daarentegen nog niet aangepast, ondanks het arrest van het Grondwettelijk Hof.