In een recent arrest van het hof van beroep te Gent werd opnieuw de toepassing van de bezoldigingstheorie aanvaard. Wanneer expliciet bepaald wordt dat de bedrijfsleider verloond wordt door de terbeschikkingstelling van een woning door zijn vennootschap, zijn alle kosten voor deze woning aftrekbaar. Dat het belastbaar voordeel van alle aard veel lager is dan de gedragen kosten, doet daaraan geen afbreuk (Gent 26 oktober 2021).
Feiten
Een vennootschap is eigenaar van een woning met zwembad en poolhouse. Deze woning wordt voor 20% gebruikt voor de activiteiten van de vennootschap en voor 80% (kosteloos) ter beschikking gesteld aan haar enige bedrijfsleider en zijn gezin. Alle kosten die verband houden met deze woning worden volledig in aftrek genomen. De vennootschap beschouwt de terbeschikkingstelling van de woning immers als een vergoeding aan haar bedrijfsleider voor geleverde prestaties. Aangezien een bedrijfsleidersbezoldiging in principe volledig aftrekbaar is, zijn de kosten van de woning dat volgens de vennootschap ook.
Maar daar denkt de fiscus anders over. Hij werpt op dat de belastingplichtige niet aantoont dat de terbeschikkingstelling van de woning specifiek bedoeld is als vergoeding voor werkelijke prestaties van de bedrijfsleider en verwerpt de aftrek. De bedrijfsleider krijgt per slot van rekening al een bezoldiging in geld en in zijn contract wordt de terbeschikkingstelling van de woning niet vermeld als een onderdeel van zijn vergoeding.
Notulen vermelden wijze verloning
De notulen van de algemene vergadering vermelden wel specifiek dat de vergoeding van de bedrijfsleider naast de periodieke bezoldiging in geld ook bestaat uit een aantal voordelen in natura, waaronder de terbeschikkingstelling van de woning.
Het hof stelt ook vast dat het niet wordt betwist dat de omzet van de vennootschap doorheen de jaren is blijven toenemen door de prestaties van haar (enige) bedrijfsleider (zonder ander personeel). Niets belet de vennootschap hiervoor aan haar bedrijfsleider een relatief omvangrijk loon toe te kennen.
Disproportionaliteit verhindert aftrek niet
De fiscus stoort zich daarnaast aan de wanverhouding tussen enerzijds het belaste voordeel in natura en anderzijds de omvang van de door de vennootschap gedragen kosten aan de woning. Maar ook dat kan volgens het hof de aftrek niet verhinderen: “Het is een algemeen bekend gegeven dat het systeem van de voordelen in natura (veelal) niet in verhouding staan met de realiteit van de kosten die de werkgever draagt”. Het hof merkt op dat het aan de wetgever (en niet aan de fiscus) is om dit systeem te evalueren en eventueel de forfaits te verhogen.
Groot nieuws?
Hoewel dit arrest natuurlijk goed nieuws is voor elke vennootschap die een woning ter beschikking stelt aan haar bedrijfsleider, mag het belang ervan niet overschat worden. Het is immers niet de eerste keer dat de toepassing van de bezoldigingstheorie – en dus de aftrek van de kosten m.b.t. de privé gebruikte woning – wordt aanvaard wanneer de verloningspolitiek wordt vermeld in de notulen van de algemene vergadering. In de rechtspraak werd eerder ook al geoordeeld dat er geen proportionaliteit hoeft te bestaan tussen het voordeel in natura enerzijds en de gedragen kosten anderzijds.
Bovendien verbiedt artikel 53,10° WIB92 nog steeds de aftrek van onredelijke kosten en heeft de rechtspraak al eerder geoordeeld dat - in gevallen waarin men geen beroep kan doen op de bezoldigingstheorie - belastbare inkomsten wel in verhouding moeten staan tot de kosten. Blijkbaar had de fiscus deze bepalingen niet ingeroepen in de zaak waarover het hof van beroep zich heeft uitgesproken.
Van belang is vooral dat hieruit nogmaals blijkt hoe belangrijk het is de zaken voorafgaandelijk goed vast te leggen in de notulen en te onderbouwen waarom men de woning aankoopt. Wie holderdebolder dingen doet, komt vaak - ook fiscaal - bedrogen uit.