Het beding van aanwas wordt veelvuldig gebruikt in het kader van een vermogensplanning. Dat is ook de Vlaamse Belastingdienst niet ontgaan. In een recente beslissing heeft zij zich uitgesproken over de mogelijkheid om de geldigheidsvoorwaarden van dergelijk beding te vervullen door een voorafgaande schenking te verrichten.
Wat voorafging
Een koppel dat wettelijk samenwoont wil elkaar bij wijze van beding van aanwas, respectievelijk kanscontract ten bezwarende titel, bevoordelen bij overlijden van de eerststervende. Meer bepaald wenst het koppel een in onverdeeldheid aangehouden beleggingsportefeuille, evenals aandelen van een vennootschap, te laten toekomen aan de langstlevende van hen. Aangezien de man aanzienlijk meer aandelen bezit dan de vrouw, zou hij voorafgaand aan het afsluiten van het kanscontract een aantal aandelen aan de vrouw schenken. Hierdoor zouden zij na de schenking ongeveer evenveel aandelen van de vennootschap bezitten.
Kanscontract of beding van aanwas: what’s in a name?
In de praktijk worden de begrippen "kanscontract" en "beding van aanwas" vaak door elkaar gebruikt. De Vlaamse Belastingdienst ("Vlabel") hanteert consequent het volgende onderscheid: de term "beding van aanwas" wordt uitsluitend gebruikt voor overeenkomsten over onverdeelde goederen. Gaat het om goederen die niet in onverdeeldheid worden aangehouden, dan is er volgens Vlabel sprake van een "kanscontract".
Er wordt aanvaard dat de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting indien het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.
Het contract is onder bijzondere titel wanneer de overeenkomst betrekking heeft op specifieke goederen. Dus niet wanneer de overeenkomst de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een breukdeel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
Het contract is ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen, alsook van een gelijkwaardige inleg.
Voorafgaande beslissing Vlabel
Vlabel stelt vast dat aan alle toepassingsvoorwaarden voor een beding van aanwas (voor de onverdeelde beleggingsportefeuille), respectievelijk kanscontract (voor de aandelen), is voldaan (voorafgaande beslissing 19026 d.d. 8 juli 2019).
Voor het beding van aanwas met betrekking tot de in onverdeeldheid aangehouden beleggingsportefeuille is daarmee de kous af.
Hoewel er ook voor het kanscontract met betrekking tot de aandelen van de vennootschap aan alle toepassingsvoorwaarden is voldaan, liggen de zaken hier toch anders. Volgens Vlabel is er sprake van fiscaal misbruik, aangezien er eenheid van opzet aanwezig is. De schenking van bijkomende aandelen van de vennootschap kon immers al veel eerder hebben plaatsgevonden. Het eenheid van opzet blijkt des te meer uit het feit dat deze schenking onmiddellijk voorafgaat aan het afsluiten van het kanscontract. Komt daar nog eens bij dat juist door deze schenking een gelijkwaardige inleg wordt verzekerd. De door de belastingplichtige ingeroepen niet-fiscale motieven, zoals de bescherming van de langstlevende en het "gevoelsmatig gemeenschappelijk vermogen", wegen niet op tegen de zuiver fiscale motieven.
Het kanscontract onder bezwarende titel met betrekking tot de aandelen van de vennootschap zal bijgevolg niet tegenstelbaar zijn aan Vlabel.
Kritische bedenking
Opvallend, maar niet verwonderlijk, is dat Vlabel de (te) korte tijdspanne tussen schenking en kanscontract aangrijpt om tot eenheid van opzet te besluiten. Ook in andere beslissingen neemt Vlabel aanstoot aan een snelle opeenvolging van rechtshandelingen. Toch ligt de oplossing niet eenvoudigweg in het respecteren van een langer tijdsverloop. Het aanbrengen van doorslaggevende niet-fiscale motieven is minstens even belangrijk. Evenwel konden in dit concrete geval de motieven van bescherming van de langstlevende en het in overeenstemming brengen van de juridische met de gevoelsmatige realiteit (de aandelen vormden een "gevoelsmatig gemeenschappelijk vermogen) niet opwegen tegen het fiscale motief.