Het Vlaamse regeerakkoord 2024-2029 vermeldt: “We verlagen de registratierechten van 3% naar 2% voor de enige en eigen woning vanaf 1 januari 2025”. Hoewel er nog geen ontwerp van decreet voorhanden is, heeft minister van Financiën Ben Weyts begin oktober bevestigd dat de tariefverlaging zal worden doorgevoerd zoals voorzien in het regeerakkoord, dus met ingang van 1 januari 2025.
Hoewel de uiteindelijke regeling nog kan afwijken, wordt verwacht dat de datum van de notariële akte doorslaggevend zal zijn voor het bepalen van het toepasselijke tarief. Minister Weyts heeft ook uitdrukkelijk verklaard dat enkel het tarief wordt verlaagd en dat er verder niets verandert aan de bestaande regels. Ook bij de eerdere wijziging in 2022 (verlaging van het toenmalige tarief van 6% naar 3%) werd niet de datum van de ondertekening van de onderhandse compromis, maar wel de datum van het verlijden van de notariële aankoopakte weerhouden als criterium voor de toepassing van het nieuwe tarief. Het tarief van 2% zou dus in principe moeten gelden voor notariële aktes die vanaf 1 januari 2025 worden verleden.
Als de compromis al vóór 1 januari 2025 is ondertekend, is dat geen probleem. Aangezien de registratietermijn voor een onderhandse compromis vier maanden bedraagt, komen compromissen ondertekend vanaf september 2024 al in aanmerking voor het verkooptarief van 2%, uiteraard mits de notariële akte in 2025 wordt verleden en alle andere voorwaarden voldaan zijn.
In de praktijk bevat een compromis vaak opschortende voorwaarden, zoals bijvoorbeeld het verkrijgen van een hypothecaire lening. In dat geval begint de registratietermijn van vier maanden pas te lopen zodra de opschortende voorwaarde is vervuld. Bijgevolg kunnen zelfs bepaalde compromissen die een tijdje vóór 1 september 2024 zijn ondertekend, in aanmerking komen voor het 2%-tarief.
Als de registratietermijn verstrijkt eind 2024, zouden de verkoper en de koper de initiële compromis samen met een ontbindingsovereenkomst spontaan kunnen laten registreren, tegen betaling van tweemaal 10 euro om de heffing van het verkooprecht, verschuldigd door de ondertekening van het compromis, ongedaan te maken. In het kader van de antimisbruikbepaling zal men hiervoor wel goede niet-fiscale motieven moeten kunnen inroepen.