Op 5 januari 2021 heeft de regering haar wetsontwerp tot invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekening ingediend in het parlement. In afwachting van de definitieve goedkeuring van dit ontwerp, zetten we alvast de krachtlijnen van deze nieuwe belasting kort uiteen.

Toepassingsgebied

Effectenrekeningen zijn rekeningen van natuurlijke personen of rechtspersonen waarop financiële instrumenten mogen worden gecrediteerd of gedebiteerd. Voor Belgische rijksinwoners gaat het om effectenrekeningen die bij Belgische en bij buitenlandse instellingen worden aangehouden. Voor niet-inwoners gaat het enkel om effectenrekeningen die bij een Belgische instelling worden aangehouden. De taks is verschuldigd ongeacht of een effectenrekening wordt aangehouden in onverdeelde eigendom of in gesplitste eigendom (vruchtgebruik – blote eigendom).

Effectenrekeningen die door financiële ondernemingen uitsluitend voor eigen rekening worden aangehouden, zijn niet aan de taks onderworpen. Effectenrekeningen die door dergelijke ondernemingen worden gebruikt om beleggingen of vermogen van derden aan te houden zijn daarentegen wel degelijk onderworpen aan de taks. Hierdoor zouden effectenportefeuilles die door verzekeringsmaatschappijen worden aangehouden in het kader van tak-23 levensverzekeringen wel onder het toepassingsgebied van de taks vallen.

Belastbare grondslag

De belastbare grondslag is de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op de effectenrekening tijdens de referentieperiode, tussen 1 oktober en 30 september van het volgende jaar. De einddatum van 30 september wordt vervroegd naar de datum waarop de effectenrekening tijdens de referentieperiode wordt afgesloten of waarop de enige titularis die inwoner is van België, inwoner wordt van een staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten en waarbij dat verdrag tot gevolg heeft dat de heffingsbevoegdheid voor het vermogen op de effectenrekening toekomt aan de andere staat.

De taks is slechts verschuldigd indien de gemiddelde waarde van de effectenrekening meer dan 1.000.000 euro bedraagt. Niet alleen de waarde van eigenlijke financiële instrumenten op de effectenrekening, maar ook de geldmiddelen die worden aangehouden op een effectenrekening worden in aanmerking genomen om de waarde van de effectenrekening te bepalen. Er wordt - behoudens in geval van fiscaal misbruik - enkel gekeken naar de tegoeden op een bepaalde effectenrekening, niet naar het vermogen dat een belastingplichtige eventueel op een andere effectenrekening heeft geplaatst.

Om deze gemiddelde waarde te berekenen, vertrekt men van de waarde op 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september van elk jaar gedeeld door het aantal van die tijdstippen waarop de effectenrekening bestond. In geval van opening of sluiting van een effectenrekening tijdens de referentieperiode worden enkel de referentietijdstippen waarop de rekening bestond in aanmerking genomen voor de berekening van de belastbare grondslag.

De volgende verrichtingen die gesteld zijn vanaf 30 oktober 2020 zijn niet tegenstelbaar aan de administratie: (i) het splitsen van een effectenrekening in meerdere effectenrekeningen aangehouden bij dezelfde instelling en (ii) de omzetting van belastbare financiële instrumenten, aangehouden op een effectenrekening, naar financiële instrumenten op naam.

Tarief

Het tarief van de taks bedraagt 0,15%.

Om te vermijden dat de waarde van de effectenrekening enkel door het betalen van de taks daalt tot minder dan 1.000.000 euro, wordt het bedrag van de taks beperkt tot 10% van het verschil tussen de belastbare grondslag en 1.000.000 euro.

Aangifte, betaling en controle

De Belgische instelling waarbij de effectenrekening wordt aangehouden staat in voor de inhouding, aangifte en betaling van de taks. Voor effectenrekeningen die niet bij een Belgische instelling worden aangehouden, moet de titularis zelf overgaan tot aangifte en betaling van de taks, tenzij hij kan bewijzen dat de taks reeds aangegeven en betaald werd door de buitenlandse instelling (via een aansprakelijke vertegenwoordiger). Indien een effectenrekening wordt aangehouden door meerdere titularissen, kan elke titularis de aangifte indienen voor alle titularissen. Elke titularis is hoofdelijk gehouden tot de betaling van de taks, de boetes en de interesten.

Belgische instellingen moeten de aangifte indienen en de taks betalen uiterlijk op de twintigste dag van de derde maand die volgt op het einde van de referentieperiode, dus uiterlijk op 20 december.

Voor titularissen die zelf de aangifte moeten indienen, is de indieningstermijn van de aangifte dezelfde als die voor de indiening van de aangifte in de personenbelasting (door een belastingplichtige zelf), via MyMinfin. De aangifte dient in principe digitaal te gebeuren, maar kan uitzonderlijk ook op papier ingediend worden. De taks moet dan uiterlijk op 31 augustus van het jaar volgend op het einde van de referentieperiode worden betaald.

Niet-aangifte, laattijdige, onnauwkeurige of onvolledige aangifte en niet-betaling of laattijdige betaling worden bestraft met een boete die gaat van 10% tot 200% van de verschuldigde taks. Als er geen kwade trouw is, is er geen boete verschuldigd. Bij laattijdige betaling is er bovendien van rechtswege interest verschuldigd vanaf de dag waarop de betaling had moeten gebeuren. Teveel betaalde taks kan binnen een termijn van twee jaar worden teruggevorderd.

Om de correcte inning, aangifte en betaling van de taks te controleren, mag de administratie aan de titularis elke inlichting vragen die zij nodig acht om de juiste heffing van de taks te verzekeren. Voor elke foutieve mededeling of gebrek aan mededeling kan een geldboete van 750 tot 1.250 euro worden opgelegd. Als er geen kwade trouw is, is er geen boete verschuldigd.

Er wordt een algemene anti-misbruikbepaling ingevoerd op basis waarvan de administratie, in geval van fiscaal misbruik, rechtshandelingen niet tegenwerpelijk kan verklaren.

Inwerkingtreding

De wet tot invoering van de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen zal in werking treden op de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. De eerste referentieperiode zal aanvangen op de dag van inwerkingtreding en eindigen op 30 september 2021.

Recente nieuwsitems