In een recent arrest van het hof van beroep te Antwerpen wordt bevestigd dat de interest op een buitenlandse spaarrekening wel degelijk vrijgesteld is van roerende voorheffing.
Belastingvrijstelling
Zoals u wellicht weet, zijn de interesten die u geniet op een spaarrekening vrijgesteld van belasting, voor zover deze niet meer bedragen dan 980 euro (voor aanslagjaar 2020 – voor aanslagjaar 2021 bedraagt de maximale vrijstelling 990 euro).
Deze vrijstelling geldt per belastingplichtige, wat betekent dat elke gehuwde of wettelijk samenwonende partner afzonderlijk van de vrijstelling kan genieten. Staat de spaarrekening op naam van twee gehuwden of wettelijk samenwonenden, dan genieten zij beiden van de vrijstelling, zodat zij samen tot 1.960 euro per jaar aan vrijgestelde interesten kunnen ontvangen. De interesten die worden genoten boven het grensbedrag zijn afzonderlijk belastbaar tegen een gunsttarief van 15%, tenzij globalisatie (belasting tegen het normale progressieve belastingtarief) voordeliger is.
Ook voor buitenlandse spaarrekeningen?
Deze vrijstelling geldt niet alleen voor Belgische, maar ook voor buitenlandse spaarrekeningen. Dat is althans de theorie, want de praktijk leert ons dat de fiscus bijna nooit een vrijstelling toestaat voor buitenlandse inkomsten.
Het Europese Hof van Justitie had België eerder al op de vingers getikt omdat deze vrijstelling vroeger enkel gold op interesten die verkregen werden op Belgische spaarrekeningen en dit een schending van het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van kapitaal uitmaakte. Belgen werden namelijk fiscaal ontmoedigd om hun spaargeld op een buitenlandse bankrekening te plaatsen.
België heeft zijn wetgeving aangepast, zodat de vrijstelling vanaf 1 januari 2012 in principe ook geldt voor interesten op spaardeposito’s die geplaatst zijn op een buitenlandse bankrekening binnen de Europese Economische Ruimte. Deze wetswijziging veranderde echter niets aan de andere voorwaarden voor de vrijstelling die ten aanzien van Belgische spaarrekeningen gelden, zoals onder andere de toekenning van een basisrente en een getrouwheidspremie. Sommige van deze voorwaarden zijn zo typisch Belgisch dat het voor buitenlandse banken bijna onmogelijk is om hieraan te voldoen.
Dit was niet naar de zin van het Europese Hof van Justitie, dat oordeelde dat de Europese regels geschonden zijn wanneer de voorwaarden zo moeilijk te vervullen zijn voor buitenlandse banken dat het voor hen de facto onmogelijk wordt om Belgische spaarders aan te trekken. Het Hof oordeelde echter niet over de vraag of de Belgische voorwaarden werkelijk te streng waren, maar liet het aan de Belgische rechter over om concreet te onderzoeken of de voorwaarden daadwerkelijk beletten dat buitenlandse spaarrekeningen in aanmerking komen voor de vrijstelling en het gunsttarief.
Hof van beroep te Antwerpen
De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen had de belastingvrijstelling voor interesten van een gereglementeerde spaarrekening toegestaan voor de interesten van een Nederlandse spaarrekening, aangezien deze naast de basisrente ook in een vorm van een getrouwheidspremie voorzag. De spaarrekeningen gaven namelijk recht op een basis- en bonusrente.
Het hof van beroep te Antwerpen volgde deze zienswijze en veroordeelde de Belgische Staat tot het vrijstellen van de interesten op twee Nederlandse spaarrekeningen. Het Hof oordeelde in deze zaak dat de voorwaarden van de twee Nederlandse spaarrekeningen analoog waren aan die van een Belgische spaarrekening.
Hoewel het hof van beroep geen uitspraak doet over de vraag of de Belgische regelgeving al dan niet te streng is, oordeelt het als eerste hof van beroep dat een buitenlandse spaarrekening wel degelijk in aanmerking kan komen voor de vrijstelling.
De fiscus bekijkt momenteel of een beroep bij het Hof van Cassatie mogelijk is. Wordt ongetwijfeld vervolgd…