Als het van Paul Magnette afhangt, rijden we binnenkort allemaal met een elektrische bedrijfswagen. Zo een vaart zal het wellicht niet lopen, maar vanaf 2020 gelden wel nieuwe regels voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid van autokosten als beroepskost. Met het autosalon in het vooruitzicht neemt u dan ook best even uw rekenmachine en leesbril bij de hand.
Huidige spelregels (inkomstenjaar 2018-2019)
De Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting harmoniseerde in een eerste fase de berekeningsmethode voor de aftrekbaarheid van autokosten in de personen- en vennootschapsbelasting. Het vaste aftrekpercentage van 75% in de personenbelasting werd daarmee afgevoerd en de getrapte methode – die al langer geldt voor vennootschappen – deed ook in de personenbelasting haar intrede.
Sinds aanslagjaar 2019 wordt het aftrekpercentage dus uitsluitend bepaald in functie van de CO2-uitstoot en het type brandstof van de wagen. In de hoop een vergroening van het wagenpark te stimuleren, zijn de autokosten van elektrische wagens dan weer (tijdelijk) voor 120% aftrekbaar. Voor de overige wagens kan het aftrekpercentage in principe variëren van 50% tot 100%. Gemiddeld genomen zijn de kosten voor benzine- en dieselwagens in de praktijk voor 50 tot 80% aftrekbaar, afhankelijk van hun CO2-uitstoot. Voor de aftrek van brandstofkosten wordt – vooralsnog – wel een vast aftrekpercentage van 75% gehanteerd. Aan de aftrekbaarheid van financieringskosten wordt geen afbreuk gedaan, ook niet vanaf inkomstenjaar 2020. De intresten van autoleningen blijven ook in de toekomst voor 100% aftrekbaar.
Verder is in de personenbelasting een overgangsregeling voorzien voor wagens die vóór 1 januari 2018 besteld of aangekocht werden. Voor die wagens wordt dezelfde getrapte methode toegepast, maar het aftrekpercentage kan niet lager zijn dan 75%.
Nieuwe spelregels (inkomstenjaar 2020)
De tweede fase van de hervorming treedt in werking vanaf aanslagjaar 2021 en gaat dus in principe in vanaf 1 januari 2020. Vanaf dat moment wordt het aftrekpercentage van de autokosten – zowel in de personen- als in de vennootschapsbelasting – bepaald op basis van volgende formule: [Aftrekpercentage = 120 - (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2-uitstoot in g/km)]. De coëfficiënt voor dieselvoertuigen is 1. Voor voertuigen met een andere motor (benzine, LPG, biobrandstof, …) is dit 0,95 en voor voertuigen op CNG (aardgas) bedraagt de coëfficiënt normaliter 0,90.
Verder wordt het maximale aftrekpercentage herleid tot 100%. Bijgevolg zijn autokosten van elektrische wagens voortaan slechts voor 100% aftrekbaar en niet langer voor 120%. Het minimale aftrekpercentage blijft in principe 50%, maar wanneer de CO2-uitstoot 200 g/km of meer bedraagt, is het aftrekpercentage hier uitzonderlijk slechts 40%.
Hoewel de parameters voor de berekeningsmethode dus dezelfde blijven als voordien – met name de CO2-uitstoot en het brandstoftype – kan dat niet worden gezegd over de uiteindelijke uitkomst ervan. Als we de formule toepassen, valt meteen op dat de nieuwe methode over het algemeen een beduidend lager aftrekpercentage tot gevolg heeft.
Nieuw is ook dat de formule eveneens geldt voor de berekening van het aftrekpercentage van brandstofkosten. Voortaan is het vaste aftrekpercentage van 75% dus niet langer van toepassing en is de CO2-uitstoot van de wagen bepalend voor de aftrek van quasi alle autokosten. De financieringskosten blijven daarentegen voor 100% aftrekbaar.
De overgangsregeling in de personenbelasting voor wagens die vóór 1 januari 2018 besteld of aangekocht werden, blijft intact. Ook op deze wagens wordt bovenstaande formule toegepast, maar het aftrekpercentage kan nog steeds niet minder dan 75% bedragen. De nieuwe regeling beperkt voortaan ook de fiscale aftrekbaarheid van autokosten voor zogenaamde ‘valse hybrides’. Valse hybrides rijden deels op brandstof en deels op een oplaadbare elektrische batterij. Door de beperkte autonomie van de batterij wordt bijna uitsluitend de aandrijving via brandstof gebruikt, waardoor de werkelijke CO2-uitstoot erg afwijkt van de officiële CO2-uitstoot. Vanaf aanslagjaar 2021 voorziet de wetgeving daarom een correctie.
Voortaan wordt het aftrekpercentage voor de autokosten van valse hybrides bepaald op basis van de CO2-uitstoot van een overeenstemmend voertuig met een brandstofmotor. Als zo’n overeenstemmend voertuig niet bestaat, wordt de officiële CO2-uitstoot van de valse hybride simpelweg vermenigvuldigd met 2,5. Deze correctie geldt echter niet voor valse hybrides die vóór 1 januari 2018 werden aangekocht of besteld. Zij blijven het vroegere gunstige fiscale regime genieten.