Een arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 4 oktober 2017 toont aan hoe belangrijk een zorgvuldige redactie van uw testament is. De rechter geeft de partijen een lesje in grammatica over het concept van de bijzin, waaruit blijkt dat de plaatsing van een komma belangrijke gevolgen kan hebben voor de interpretatie van uw laatste wilsbeschikking.

Waarover gaat het?

Mevrouw A overlijdt en blijkt een notarieel testament te hebben opgemaakt waarbij zij haar nalatenschap legateert aan B en C, maar ook voor een stuk aan D. Wat heeft ze geschreven?

Ze legateert onder meer aan D in een bijzonder legaat “de volle eigendom van alle gronden in Nederland, behalve de 2 loten (…), die ik verkocht heb”.

Haar overige vermogen laat zij toekomen aan B en C. Als algemene legatarissen hebben zij recht op alles waarover de erflaatster niet in haar testament heeft beschikt.

Maar wat blijkt? Bij het overlijden van A waren die twee loten niet verkocht, m.a.w. ze behoorden nog tot het vermogen van A. Aan wie moeten deze twee percelen nu toekomen?

D argumenteert uiteraard dat hij er recht op heeft, omdat zijn aanspraak zich uitstrekt tot alle gronden in Nederland en de twee percelen enkel waren uitgesloten omdat ze zogezegd verkocht waren. B en C stellen dat A de twee percelen daarentegen net bewust heeft uitgesloten van het bijzondere legaat, dus vallen deze onder hun algemene legaat en komen hen toe.

Wie heeft volgens u gelijk en erft deze percelen?

Het belang van de komma

Het hof oordeelt dat de komma die de bijzin “die ik verkocht heb” voorafgaat van belang is bij de interpretatie van het bewuste testament. Omwille van de komma is er volgens het hof sprake van een uitbreidende bijvoeglijke bijzin, te onderscheiden van een beperkende bijvoeglijke bijzin. Een uitbreidende bijvoeglijke bijzin voegt niet-essentiële informatie toe die ook kan worden weggelaten, zonder dat hierdoor de basisbetekenis van de zin verandert. Men zou de komma met andere woorden kunnen vervangen door het woord ‘trouwens’: “behalve de 2 loten (…) die ik trouwens heb verkocht”.

Volgens het hof was het dus de bedoeling van de erflaatster om de twee percelen uit te sluiten van het bijzondere legaat en doet het er niet toe welke bijkomende informatie zij over deze percelen geeft. Net omdat deze informatie niet-essentieel is, heeft de onjuistheid ervan geen invloed op de draagwijdte van het testament.

Dit zou anders zijn als er geen komma in de betwiste zin had gestaan, omdat het dan om een beperkende bijvoeglijke bijzin zou gaan. Deze zorgt voor een beperking of precisering van wat het voorgaande zinsdeel aanduidt: “behalve de 2 loten die ik verkocht heb”. Zijn de loten niet verkocht, dan vallen zij wel onder het bijzondere legaat. De betwiste clausule mag men volgens het hof niet op die manier interpreteren, enerzijds omwille van de aanwezigheid van de komma en anderzijds omdat een dergelijke formulering geen enkel nut heeft: goederen die verkocht zijn, kan men hoe dan ook niet meer legateren. De rechter besluit dat de twee percelen toekomen aan de algemene legatarissen, op grond van hun algemene roeping tot de nalatenschap.

Een zorgvuldige formulering van uw testament – ook op taalkundig vlak – is bijgevolg een must. U vermijdt discussies bij uw overlijden en voorkomt dat uw testament een verkeerde invulling krijgt. 

Recente nieuwsitems