Gunstregeling-overdracht-familieonderneming-persoonlijke-exploitatie-vereist-Delboo-advocaten

Ook voor de overdracht van een familiale onderneming die niet onder de vorm van een vennootschap maar persoonlijk wordt geëxploiteerd bestaat een gunstregeling inzake schenk- en erfbelasting. In twee recente arresten heeft het hof van beroep te Gent zich uitgesproken over het bewijs van de voorwaarde van ‘persoonlijke exploitatie' (Gent 25 april 2023 en Gent 5 september 2023).

Achtergrond

Het gunstregime voor de overdracht van een familiale onderneming laat toe om aandelen belastingvrij te schenken of te laten vererven aan een verlaagd tarief van 3 of 7% erfbelasting (afhankelijk van de relatie met de erflater). Om van dit gunstregime te kunnen genieten is onder andere vereist dat de familiale onderneming een nijverheids-, handels-, ambachts-, of landbouwbedrijf of een vrij beroep is, dat door de schenker/erflater of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk wordt geëxploiteerd en uitgeoefend.

Het bewijs van de ‘persoonlijke exploitatie' kan worden geleverd met alle middelen van recht, met uitzondering van de eed.

Arrest van 25 april 2023

Een eerste arrest betreft de schenking van een familiale onderneming. De schenker was eigenaar van de helft van een serre waarin zijn broer, die eigenaar was van de andere helft, via een vennootschap, een bloemen- en plantenwinkel uitbaatte. De schenker had zich in 2018 in de KBO laten inschrijven voor de economische activiteit van ‘overige plantenvermeerdering’. Hij schenkt onder meer zijn helft van de serre en de volle eigendom van zijn handelszaak met betrekking tot plantenvermeerdering aan zijn broer.

De Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) weigert de vrijstelling voor schenking van een familiale onderneming toe te kennen omdat de persoonlijke exploitatie door de schenker niet is aangetoond. De schenker heeft in zijn aangifte personenbelasting voor de betrokken periode enkel bedrijfsleidersbezoldigingen aangegeven, terwijl inkomsten uit een zelfstandige activiteit van plantenvermeerdering in die aangifte als winsten opgenomen zouden zijn.

Hoewel de begiftigde aantoonde dat de schenker ingeschreven was in de KBO en voor het kalenderjaar 2019 sociale bijdragen had betaald, oordeelt het hof dat het weinig waarschijnlijk is dat de schenker de persoonlijke uitbating van de onderneming deed. Het feit dat de schenker de activiteit nog maar net had opgestart overtuigt het hof evenmin, aangezien hij de mogelijkheid had om zowel een winst als een verlies op te nemen in zijn aangifte personenbelasting. Aangezien hij een belastbaar bedrag als bedrijfsleidersbezoldigingen aangaf, had hij er ook bij een verlies belang bij om daarvan aangifte te doen (dit verlies zou zijn totale belastbare inkomsten immers doen dalen).

Bovendien blijkt uit niets dat de schenker als btw-plichtige was geregistreerd. Andere concrete aangehaalde argumenten (o.a. getuigenverklaringen die bevestigen dat de schenker handelingen stelde die kaderden in de activiteit van plantenvermeerdering) overtuigen het hof evenmin.

Het hof besluit dat het niet bewezen is dat de schenker werkelijk de persoonlijke uitbating uitoefende van een onderneming die aan plantenvermeerdering deed en bevestigt het standpunt van Vlabel.

Arrest van 5 september 2023

Een tweede arrest betreft de gunstregeling in de erfbelasting. Een vrouw overlijdt in 2019 en laat haar echtgenoot en twee kinderen na. Vlabel weigert de toepassing van het gunstregime omdat de persoonlijke exploitatie van de familiale onderneming van de overledene niet is aangetoond.

‘Persoonlijk exploiteren’ doelt volgens het hof op de uitoefening van een daadwerkelijke leiding in de onderneming, al dan niet met anderen, ongeacht of dit in hoofd- of bijberoep is en ongeacht of de betrokkene al dan niet gepensioneerd is.

Zoals eerder vermeld kan het bewijs worden geleverd met alle middelen van recht, met uitzondering van de eed. In Omzendbrief nr. 2015/2 van 15 december 2015 stelt Vlabel dat de exploitatievoorwaarde wordt gecontroleerd aan de hand van de laatste aangifte of het laatste aanslagbiljet van personenbelasting van de erflater of zijn partner. De aanwezigheid van winsten van een onderneming (code 1600/2600) of baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden (code 1650/2650) voegt volgens het hof geen voorwaarde toe aan de wet, maar is slechts een voorbeeld van hoe het bewijs kan worden geleverd krachtens de Omzendbrief van Vlabel.

Dat de overledene vennoot was van een maatschap die de onderneming exploiteert, is onvoldoende om de actieve betrokkenheid bij de exploitatie van de onderneming aan te tonen, ook als in de statuten van de maatschap vermeld wordt dat de erflater en partner beperkt actief blijven in de onderneming. Ook het betalen van sociale bijdragen is onvoldoende bewijs van een actieve betrokkenheid op datum van het overlijden.

Het hof besluit dat de erfgenamen niet aantonen dat aan de participatievoorwaarde is voldaan.

Besluit

Aangezien de bewijslast van de persoonlijke exploitatie bij de belastingplichtige ligt, is het belangrijk dat hij over concrete elementen in die zin beschikt. Niet het enige, maar wel een belangrijk element in de bewijsvoering is het invullen van winsten (code 1600/2600) of baten (code 1650/2650) in de aangifte personenbelasting.

Recente nieuwsitems