Een echtpaar doet een schenking van gemeenschappelijke goederen aan zijn twee kinderen via een onderhands document, dat vóór het overlijden van de moeder wordt geregistreerd. De overschrijving van de geschonken gelden volgt pas later en wordt pas effectief uitgevoerd nadat één van de schenkers overleden is. Volgens de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) is deze schenking absoluut nietig, zodat er erfbelasting verschuldigd is. De zaak werd uiteindelijk beslecht door het hof van beroep te Gent.

Achtergrond

Op 20 april 2016 schenken beide ouders een geldsom aan hun twee kinderen (elk 500.000 euro) bij onderhandse akte die wordt opgesteld aan het sterfbed van de moeder. Het onderhandse document wordt kort vóór het overlijden van de moeder geregistreerd en er wordt schenkbelasting betaald.

Dezelfde dag overlijdt de moeder. Op dat moment heeft de bank de opdracht tot effectieve overschrijving van de geschonken gelden nog niet kunnen uitvoeren, zodat de gelden bij het overlijden nog op de rekening van de schenkers stonden en de materiële overdracht van het voorwerp van de schenking dus nog niet heeft kunnen plaatsvinden.

In het aanslagbiljet erfbelasting neemt VLABEL de twee schenkingen zonder meer op in het belastbaar actief van de nalatenschap, omdat VLABEL meent de nietigheid van de schenking te kunnen opwerpen. VLABEL heft bijgevolg erfbelasting op de geschonken bedragen (waarbij de reeds betaalde schenkbelasting wel in mindering werd genomen). De erfgenamen van de vrouw gaan hier niet mee akkoord en starten een gerechtelijke procedure op om de aanslag te laten vernietigen.

Eerste aanleg

De rechter in eerste aanleg stelt vast dat er geen notariële akte voor de schenking werd opgesteld, wat betekent dat de vormvereiste voorzien in artikel 931 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wordt geschonden. De sanctie voor het ontbreken van een notariële akte is de absolute nietigheid van de schenking. Een akte van bevestiging kan volgens de Rechtbank deze nietigheid niet regulariseren. De Rechtbank stelt aldus dat de beide schenkingen absoluut nietig zijn en dat VLABEL correct handelde door erfbelasting te heffen.

Hoger beroep

Het hof van beroep fluit in een arrest van 15 december 2020 de rechter in eerste aanleg terug. Het hof stelt dat de integrale vernietiging van de schenkingen in strijd is met artikel 1340 BW, dat stelt dat een bekrachtiging, bevestiging of vrijwillige uitvoering van een schenking door de erfgenamen na het overlijden van de schenker een afstand impliceert om zich op een vormgebrek te beroepen. In casu was er geen betwisting over het feit dat de erfgenamen de schenkingen bevestigden, met als gevolg dat er na het overlijden van de moeder alleen nog maar sprake kon zijn van een relatieve nietigheid die enkel door de erfgenamen, en dus niet door VLABEL, kon worden ingeroepen.

Het aandeel van de moeder in de schenking kon bijgevolg niet in het belastbaar actief van haar nalatenschap worden opgenomen en er is geen erfbelasting op verschuldigd.

Met dit arrest sluit het hof van beroep te Gent zich aan bij vroegere Cassatierechtspraak die stelt dat de fiscus een nietige rechtshandeling,  zoals een schenking, enkel op grond van een schending van de openbare orde niet-tegenwerpelijk kan laten verklaren.

Het is nog niet zeker of VLABEL zich bij deze uitspraak zal neerleggen. Om discussies te vermijden, blijft het zeker aangewezen om de vereiste van een notariële akte voor een rechtstreekse schenking te respecteren, of om te opteren voor een onrechtstreekse schenking via bank- of handgift, waarvan (nadien) ook een schriftelijk bewijs wordt opgesteld.

Maar als een notariële akte om de één of andere reden niet mogelijk zou zijn, is een onderhandse geregistreerde schenking (van roerende goederen) minstens het proberen waard.

Recente nieuwsitems