Aanslagen na fiscale controle einde vna automatische belastingverhoging Delboo Advocaten

Bij het vestigen van bijkomende aanslagen na fiscale controle past de fiscus gewoonlijk een belastingverhoging van 10 % toe. Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat hiervan moet worden afgezien bij een eerste overtreding te goeder trouw. De minister van Financiën treedt dit standpunt bij.

Belastingsupplement van 10% na fiscale controle

Wanneer de fiscus na een controle een belastingsupplement heft, past hij in de regel ook een belastingverhoging van 10% op de bijkomende verschuldigde belasting toe. Hierbij is het van geen belang of de belastingplichtige met of zonder oogmerk van fraude heeft gehandeld.

Artikel 444 van het wetboek inkomstenbelastingen voorziet nochtans dat bij afwezigheid van kwade trouw kan worden afgezien van de minimum belastingverhoging van 10%, maar deze gunst wordt door de fiscus uiterst zelden toegestaan.

Grondwettelijk Hof: geen belastingverhoging bij eerste overtreding zonder kwade trouw

Het Grondwettelijk Hof keurt in zijn arrest van 24 november 2024 de handelwijze van de fiscus af ten aanzien van een belastingplichtige die zonder frauduleus oogmerk een eerste fiscale overtreding begaat.

De belastingverhoging is bedoeld als een administratieve sanctie voor fraude. Volgens het Hof is ten aanzien van een belastingplichtige die zonder frauduleus oogmerk een eerste fiscale overtreding begaat, per definitie voldaan aan de voorwaarden voorzien in artikel 444 van het wetboek inkomstenbelastingen om af te zien van elke belastingverhoging.

Een belastingplichtige die te goeder trouw handelt en die dus per vergissing, uit nalatigheid of door een foutieve interpretatie van de wetgeving een fout begaat bij de beoordeling van zijn fiscale toestand, heeft bijgevolg bij een eerste overtreding het recht om te ontsnappen aan een belastingverhoging.

Minister van Financiën bevestigt standpunt Grondwettelijk Hof

In een antwoord op een parlementaire vraag van 26 november 2024 heeft de minister van Financiën zich aangesloten bij het standpunt van het Grondwettelijk Hof.

De minister bevestigt dat het Hof uitdrukkelijk erkent dat in geval van een eerste vergissing bij goede trouw in principe geen belastingverhoging van 10 % moet worden toegepast. Belastingplichtigen die te goeder trouw zijn, mogen dus niet gesanctioneerd worden.

Impact

Het arrest van het Grondwettelijk Hof en de stellingname van de minister van Financiën zullen er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat de fiscus zijn beleid inzake belastingverhogingen voor de toekomst aanpast. Voor belastingplichtigen die een overtreding begaan zonder het oogmerk van fraude zal dit dus een reële impact hebben.

Zeker in de vennootschapsbelasting is dit van groot belang, omdat bepaalde aftrekposten geen uitwerking hebben in geval van een bijkomende aanslag waarbij een belastingverhoging van 10% (of meer) wordt toegepast. Als er op vennootschappen geen belastingverhoging van 10% toegepast wordt, zullen zij hun aftrekposten wel nog kunnen aanwenden in een bijkomende aanslag.

Wat met reeds gevestigde aanslagen met onterechte belastingverhoging?

Als de bezwaartermijn (1 jaar) nog niet is verstreken, kan een bezwaarschrift worden ingediend. Is de bezwaartermijn wel verstreken, dan kan overwogen worden een verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing in te dienen of een aanvraag tot kwijtschelding van de belastingverhoging bij de Cel voor Administratieve Sancties.

Recente nieuwsitems