De Minister van Financiën heeft zich onlangs herhaaldelijk uitgesproken over de manier waarop de fiscus zal omgaan met de inlichtingen over buitenlandse vermogens die ze recent heeft ontvangen. Hij liet hierbij geen kans onbenut om de mogelijkheid van een (bijkomende) fiscale regularisatie aan te prijzen en te wijzen op de voordelen voor snelle beslissers.
BBI-onderzoek n.a.v. informatie uit internationale gegevensuitwisseling
Via het internationale systeem van ‘common reporting standard’ ontvangt de Belgische fiscus een grote hoeveelheid informatie over de bankrekeningen die Belgen in het buitenland aanhouden. Het gaat over gegevens uit een vijftigtal landen, waaronder bijvoorbeeld Luxemburg en Panama. Vanaf 2018 komt hier ook Zwitserland bij.
De BBI is volgens de Minister van Financiën een eerste onderzoek begonnen op basis van de gegevens van de Luxemburgse rekeningen, waarbij de focus ligt op de fiscaal niet-verjaarde periode van zeven jaar (concreet: inkomstenjaren 2011 en volgende). Bepaalde tegoeden op buitenlandse rekeningen zijn echter opgebouwd in een fiscaal verjaarde periode, waarvoor de fiscus geen belastingen meer kan heffen. Op strafrechtelijk vlak zou het Parket volgens de minister evenwel alsnog een strafvervolging kunnen opstarten op grond van het misdrijf witwassen.
Daarom wordt de volgende werkwijze aangekondigd: “Wanneer de BBI in het kader van haar onderzoek een fiscaal verjaard kapitaal ontdekt, zal zij de betrokken belastingplichtige uitnodigen om dit fiscaal verjaard kapitaal te regulariseren bij het Contactpunt Regularisaties. (…) Indien de belastingplichtige geen gevolg geeft aan de uitnodiging van de BBI, zal het dossier worden doorgestuurd naar het Parket.”
Regularisatie fiscaal verjaard kapitaal: (on)mogelijk bij lopend BBI-onderzoek?
Er is een wettelijke bepaling die voorziet dat een fiscale regularisatie geen uitwerking kan hebben indien de indiener ervan vóór de indiening van zijn regularisatieaangifte door een Belgische gerechtelijke instantie of een Belgische belastingadministratie schriftelijk in kennis is gesteld van lopende specifieke onderzoeksdaden.
Volgens de minister vormt een lopend BBI-onderzoek echter geen beletsel om toch nog een regularisatieaangifte in te dienen voor een fiscaal verjaard kapitaal. Aangezien het onderzoek van de BBI en de vragen om inlichtingen die werden verstuurd enkel betrekking hebben op fiscaal niet-verjaarde periodes, zijn er volgens de minister enkel specifieke onderzoeksdaden m.b.t. niet-verjaarde inkomsten. Daarom zal de regularisatie van het fiscaal verjaard kapitaal bij het Contactpunt Regularisaties haar volledige uitwerking krijgen van zodra de regularisatieheffing is betaald, zelfs indien vóór de indiening van de aangifte een vraag om inlichtingen met betrekking tot de fiscaal niet-verjaarde periode werd verstuurd.
Het is nog maar de vraag of de Parketten deze zienswijze van de minister zullen volgen en de geldigheid van het regularisatieattest zonder meer zullen aanvaarden. In het andere geval zal de regularisatie van het fiscaal verjaarde kapitaal niet het beoogde effect hebben en zal het Parket toch nog een strafvordering instellen of minstens bijkomende voorwaarden stellen om er van af te zien.
Indiening provisionele aangifte mogelijk tot en met 13 april 2018
De minister is er zich kennelijk van bewust dat zijn uitspraken voor de nodige onrust hebben gezorgd. Wie nu nog snel een regularisatieaangifte wil indienen, zal mogelijk niet over de nodige bankdocumenten beschikken om het te regulariseren bedrag te bepalen. Omdat het opvragen van bankdocumenten bij buitenlandse banken enige tijd in beslag kan nemen (“gebruikelijk drie maanden of zelfs een stuk langer”), kunt u zolang geen regularisatieaangifte indienen en is er het risico dat er ondertussen een onderzoek wordt opgestart.
Daarom heeft de minister aangekondigd dat tot vrijdag 13 april 2018 provisionele regularisatieaangiften kunnen worden ingediend met 1 euro als te regulariseren bedrag, waarbij de exacte bedragen worden aangevuld na het verkrijgen van de bankstukken en uiterlijk binnen zes maanden na de indiening van de regularisatieaangifte. In het begeleidend schrijven bij de regularisatieaangifte dienen wel de actuele rekeningnummers en financiële instellingen te worden vermeld evenals alle rekeningen en banken waarvan u op dat ogenblik kennis heeft. Indien de aangifte niet binnen zes maanden wordt aangevuld, zal het dossier als onontvankelijk worden beschouwd.
Besluit
Het is duidelijk dat de minister met zijn uitspraken vooral belastingplichtigen die destijds enkel hun fiscaal niet-verjaarde inkomsten hebben geregulariseerd wil aansporen om hun fiscaal verjaard kapitaal alsnog te regulariseren. De tijdelijke mogelijkheid om een provisionele aangifte in te dienen vormt ook een opportuniteit voor belastingplichtigen die nog fiscaal niet-verjaarde inkomsten willen regulariseren, maar nog niet over alle nodige documenten beschikken.
U kunt uiteraard bij ons terecht voor alle vragen die u over dit onderwerp zou hebben.