Op de ministerraad van 28 september 2017 bereikte de regering een akkoord over de concrete uitwerking van de taks op effectenrekeningen. Wat u als belegger moet weten over deze taks aan de hand van 5 vragen en antwoorden.
Wat is de taks op effectenrekeningen?
De taks op effectenrekeningen is een jaarlijkse heffing van 0,15% die wordt geheven op beleggingen die door natuurlijke personen worden aangehouden op Belgische en buitenlandse effectenrekeningen. De doelstelling van regering bij het invoeren van deze taks bestaat erin de vermogende burger te doen bijdragen aan het staatsbudget met het oog op een rechtvaardig fiscaal beleid.
Wie is onderworpen aan de taks op de effectenrekeningen?
De heffing is verschuldigd door natuurlijke personen voor zover de waarde van de geviseerde beleggingen die zij aanhouden op effectenrekening(en) gemiddeld minstens € 500.000 bedraagt. Eens deze drempel is overschreden, is de heffing verschuldigd op de volledige waarde van de geviseerde effecten en niet enkel op het surplus. Wie op zijn effectenrekeningen effecten met een gemiddelde waarde van minder dan € 500.000 aanhoudt, is vrijgesteld van de heffing.
De waarde van een effectenrekening wordt op het einde van ieder kwartaal vastgesteld. Het gemiddelde van deze vier meetmomenten is de gemiddelde waarde die wordt weerhouden om te bepalen of de drempel van € 500.000 werd bereikt.
Om te vermijden dat effecten worden gespreid over meerdere effectenrekeningen bij verschillende financiële instellingen, zal u in uw aangifte personenbelasting melding moeten maken van al uw effectenrekening(en).
Er werd besloten dat vennootschappen en verenigingen de taks niet zullen verschuldigd zijn. Niet-inwoners worden wel onderworpen aan de taks op de effectenrekeningen voor wat betreft de rekeningen die zij aanhouden in België.
Welke beleggingen worden geviseerd?
Als belastbare financiële instrumenten voor de toepassing van de taks worden beschouwd:
- beursgenoteerde aandelen;
- obligaties (zowel genoteerde als niet-genoteerde);
- rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen of aandelen in beleggingsvennootschappen (zowel genoteerde als niet-genoteerde);
- kasbons;
- warrants.
Bovenvermelde financiële instrumenten zijn uitsluitend belastbaar wanneer zij worden aangehouden via een effectenrekening en het dus gaat om gedematerialiseerde effecten. Effecten die op naam zijn ingeschreven in het aandelenregister van de betrokken vennootschap worden niet getroffen door de taks. Ook effecten die worden aangehouden via pensioenspaarrekeningen en rekeningen verbonden aan levensverzekeringsovereenkomsten zijn niet onderworpen aan de heffing.
Grote afwezige in bovenstaande opsomming van financiële instrumenten zijn certificaten van aandelen. De verantwoording van de regering voor deze verschillende behandeling is nog niet gekend.
Wat met effectenrekeningen met meerdere titularissen en rekeningen in een verhoudingvruchtgebruik/blote eigendom?
Bij rekeningen met meerdere titularissen wordt het aandeel van iedere titularis in eerste instantie geacht gelijk te zijn. De financiële instellingen zouden op basis van deze verdeling de effectentaks inhouden. Eventuele onterecht ingehouden taks, doordat de werkelijke verdeling van de rekeningen over de titularissen afwijkt van een proportionele verdeling, dient nadien teruggevorderd te worden via de belastingaangifte.
Vanuit bancair oogpunt wordt een rekening die aangehouden wordt via een burgerlijke maatschap beschouwd als een rekening die toekomt aan een georganiseerde onverdeeldheid. Alle achterliggende deelgenoten van de burgerlijke maatschap zijn mede-titularis van de rekeningen die via de burgerlijke maatschap worden aangehouden. In deze situatie zal dus wellicht een correctie achteraf in de aangifte personenbelasting van de deelgenoten noodzakelijk zijn.
Bij rekeningen die worden aangehouden in een verhouding vruchtgebruik/blote eigendom wordt de vruchtgebruiker geacht de titularis van de rekening te zijn voor de toepassing van de taks op de effectenrekeningen.
Hoe wordt de taks geïnd en vanaf wanneer bent u deze verschuldigd?
De inning van de taks op effectenrekeningen zal in principe via de financiële instellingen verlopen. De Belgische financiële instellingen moeten de taks inhouden, aangeven en doorstorten indien een belastingplichtige de drempel van € 500.000 bereikt. Indien u beschikt over verschillende effectenrekeningen bij verschillende financiële instellingen die elk afzonderlijk de drempel van € 500.000 niet overschrijden, maar u weet dat u globaal gezien de drempel wel overschrijdt, kan u uw financiële instellingen verzoeken om toch de taks voor u te innen.
In de gevallen waar de taks niet werd ingehouden door de financiële instellingen, staat u zelf in voor de aangifte en betaling van de taks (bv. voor buitenlandse effectenrekeningen). Als belegger wordt u dus niet enkel geconfronteerd met een nieuwe taks, maar ook met bijkomende administratieve formaliteiten.
Om de taks in 2018 een eerste keer te kunnen innen, wordt het belastbare tijdperk voor het eerste jaar ingekort. Het belastbare tijdperk loopt dan van 1 januari 2018 tot en met 30 september 2018. Vanaf aanslagjaar 2019 geldt als referentieperiode 1 oktober tot en met 30 september. De bank houdt na afloop van de referentieperiode automatisch de taks in. Indien u zelf instaat voor de aangifte en betaling van de taks krijgt u hiervoor twee maanden de tijd na afloop van de referentieperiode (tot 30 november).
Het is de bedoeling om de taks te laten ingaan vanaf 1 januari 2018.
Ondertussen werd het voorontwerp van wet reeds door de regering doorgestuurd voor advies naar de Raad van State. De Raad van State wijst er in haar advies op dat de taks op de effectenrekeningen in haar huidige vorm een aantal verschillen in behandeling omvat en haar doelstelling om de vermogende burger te laten bijdragen aan het staatsbudget (gedeeltelijk) voorbij schiet. Het is op dit moment nog onduidelijk of de regering nog aanpassingen aan de taks op effectenrekeningen zal doorvoeren naar aanleiding van de kritiek van de Raad van State. Wij houden u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.