De huidige crisis dwingt ook de wetgever om op fiscaal vlak drastische maatregelen te nemen. Zo werkt de federale regering momenteel aan een regeling om getroffen vennootschappen en zelfstandigen die tijdens de coronapandemie in moeilijk vaarwater kwamen, uit de nood te helpen. Een van de opmerkelijkste maatregelen die werd aangekondigd is de mogelijkheid om in de vennootschaps- en personenbelasting de geleden verliezen van 2020 aan te rekenen op de winsten van 2019 (de zogenaamde ‘carry back’).

Carry back

De ‘carry back’-regeling of vervroegde verliesaftrek houdt in dat ondernemingen hun (verwachte) verliezen van 2020 kunnen afzetten ten opzichte van hun belastbare inkomsten van boekjaar 2019. Dit betekent dat de verschuldigde belasting over inkomstenjaar 2019 daalt en de getroffen ondernemingen op die manier (een deel van) hun voorafbetalingen van 2019 recupereren of minder belasting moeten (bij)betalen.

► Ondernemers – natuurlijke personen

De vervroegde verliesaftrek wordt in de personenbelasting gekoppeld aan de aanslagjaren 2020 en 2021. De vervroegde aftrek kan worden gevraagd voor de (verwachte) verliezen van inkomstenjaar 2020 (aanslagjaar 2021). Deze verliezen kunnen dan worden gecompenseerd met de inkomsten van 2019 (aanslagjaar 2020).

De ‘carry back’-regeling is geen automatisme en zal moeten worden aangevraagd bij de administratie aan de hand van een bijzonder aanvraagformulier.

Het vervroegd in aftrek gebrachte verlies zal het jaar nadien (inkomstenjaar 2020 – aanslagjaar 2021) worden teruggenomen, door middel van toevoeging aan de winsten of baten van dat inkomstenjaar. Anders zou een dubbel belastingvoordeel worden genoten.

Wanneer de belastingplichtige zijn verwachte verliezen overschat heeft, zal een belastingvermeerdering worden toegepast op het bedrag van de overschatting. In functie van de mate van overschatting van de verliezen kan deze oplopen tot 18%. Enige voorzichtigheid is dus geboden.

► Vennootschappen

Het principe in de vennootschapsbelasting is hetzelfde, maar de uitwerking is complexer gelet op het gegeven dat het boekjaar bij veel vennootschappen niet altijd samenvalt met het kalenderjaar. Het belastbaar tijdperk waarvan de winsten kunnen worden gecompenseerd met latere verliezen is het boekjaar dat afgesloten is in de periode van 13 maart 2019 tot 12 maart 2020. Desgevallend vindt de ‘carry back’-regeling dus toepassing op de aanslagjaren 2019 of 2020.

Vennootschappen waarbij het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar zullen via hun fiscale aangifte van het boekjaar 2019 (aanslagjaar 2020) het verwachte verlies van boekjaar 2020 kunnen vrijstellen. In de fiscale aangifte van het daaropvolgende jaar (boekjaar 2020, aanslagjaar 2021) zal men de eerder vrijgestelde reserve moeten terugnemen. Zo wil men voorkomen dat het afgetrokken verlies van boekjaar 2020 wordt overgedragen naar latere belastbare tijdperken en er op die manier tweemaal een belastingvoordeel wordt bekomen.

Uit het ontwerp kan worden afgeleid dat de vervroegde verliesaftrek voor vennootschappen enkel mogelijk zou zijn voor verliezen ten gevolge van de coronapandemie. Het voorontwerp voorziet ook nog in een correctie om te vermijden dat vennootschappen door middel van de ‘carry back’-regeling een voordeel halen uit de verschillende tarieven in de vennootschapsbelasting.

Vennootschappen die in de periode van 12 maart 2020 tot en met de dag van de indiening van de aangifte in de vennootschapsbelasting voor aanslagjaar 2021 dividenden hebben uitgekeerd, eigen aandelen hebben ingekocht, een kapitaalvermindering hebben verricht of elke andere vermindering van het eigen vermogen hebben verricht, kunnen geen gebruik maken van de ‘carry back’-regeling. Ook bepaalde andere vennootschappen, zoals beleggingsvennootschappen en vennootschappen verbonden met vennootschappen in belastingparadijzen worden van het toepassingsgebied uitgesloten.

Ook in de vennootschapsbelasting is de ‘carry back’-regeling geen automatisme en dient zij te worden aangevraagd in een verklaring die gevoegd moet worden bij de aangifte.

Ook hier wordt de vennootschap gesanctioneerd wanneer later blijkt dat zij haar verwachte verliezen overschat heeft. Op het bedrag van de overschatting wordt een bijzondere aanslag gevestigd van 2 tot 40%.

Om misbruiken te voorkomen, voorziet het wetsontwerp erin dat elke wijziging van de afsluitingsdatum van het boekjaar die sinds 15 mei 2020 werd doorgevoerd, geen uitwerking zal hebben voor wat betreft de toepassing van dit fiscaal regime.

Conclusie

Deze maatregel is toe te juichen. Opgelet: voorlopig gaat het slechts om een voorstel. Eens de regeling effectief wordt ingevoerd, zal het voor de belastingplichtige geen sinecure zijn om de verwachte verliezen te bepalen. Het is dan ook van uitermate belang dat de belastingplichtige zich laat adviseren door een fiscaal deskundige, teneinde de sancties bij overschatting van het verlies te vermijden. 

Recente nieuwsitems