Bitcoins en bij uitbreiding alle andere cryptomunten zijn in de beleggerswereld nogal hot. Waar vroeger alle private bankers hun ogen al wegdraaiden toen ze ter sprake kwamen, hebben nu zelfs de grootbanken, een beetje tegen heug en meug, er oog voor. Maar hoe zit dat fiscaal? Zowel op het vlak van inkomstenbelasting als op het vlak van erfbelasting valt er wel iets over te zeggen
Inkomstenbelasting: beroepsinkomsten, diverse inkomsten of vrijgesteld?
Je kan uit bitcoins meerdere vormen van inkomsten halen. Dat kunnen meerwaarden zijn, maar door te minen kan je ook bitcoins doen ontstaan.
Minen kan je vergelijken met het opdelven van goud uit een goudmijn, je creëert als het ware goud dat er voordien niet was. Door allerhande rekensommen op te lossen en de juiste hash te vinden, kan je (via zware computers) een bitcoin minen. Daar moet je wel even mee bezig zijn en de nodige apparatuur inzetten, zodat kort door de bocht kan worden gesteld dat op die manier verkregen inkomsten beroepsinkomsten zijn. Dit komt niet zo vaak voor.
Veel meer mensen kopen en verkopen bitcoins. In de eerste twee voorafgaande beslissingen die de rulingdienst daarover heeft gepubliceerd, stelt ze dat de meerwaarden gerealiseerd met bitcoins diverse inkomsten zijn (belastbaar tegen 33%) gelet op het uitermate speculatieve karakter ervan en het inherente risico dat verbonden is aan de handel in bitcoins. Een bonus pater familias zou dit niet doen en dus is het geen normaal beheer van het privévermogen. In een recente beslissing echter komt de fiscus wat terug op haar ongenuanceerde standpunt. Een meerwaarde op bitcoins kan nu toch als vrijgestelde portefeuillewaarde doorgaan voor zover er aan een aantal voorwaarden voldaan is. Zo moet het een persoon betreffen die niet in de financiële sector actief is. Het moet om een beperkt gedeelte van het vermogen gaan en om een buy- en holdstrategie, dus gespreid in de tijd kopen en verkopen. Hij mag ook niet actief zijn op allerhande fora of voor anderen handelen.
Dat lijken veel voorwaarden, maar wie niet al te veel handelt, zal meestal wel vrijgestelde meerwaarden behalen.
Erfbelasting
Uiteraard zijn bitcoins als deel van het actief van het vermogen van een rijksinwoner aan Belgische erfbelasting onderworpen.
De eerste moeilijkheid is echter de waarde. Die moeten de erfgenamen zelf aangeven, maar zo eenduidig is dat niet altijd. Verschillende platformen geven soms andere waarden met een aanzienlijk verschil. Cryptomunten worden niet beschouwd als beursgenoteerde financiële instrumenten, waardoor de specifieke regels om te vermijden dat al te grote waardeschommelingen wat uitgevlakt worden, niet van toepassing zijn. De waarde is dus wel degelijk die op datum van overlijden. Juist door die grote waardeschommelingen zou je dus wel eens veel meer erfbelasting moeten betalen dan verwacht als je na vier maanden de waarde van een bitcoin checkt.
Een ander aandachtspunt is dat om toegang te hebben tot de “wallet” van bitcoins van de overledene je de sleutel (een code) daartoe moet hebben. Zo niet, dan kan je de bitcoins niet te gelde maken en worden ze volstrekt waardeloos. Het verdient dus aanbeveling de sleutel in een testament te zetten, zodat de erfgenamen toch nog iets kunnen doen met het in bitcoins opgebouwde vermogen.
Besluit
Bitcoins komen meer en meer voor en dus moet de fiscus zich daarop organiseren. Haar eerste meedogenloos en ongenuanceerd standpunt dat elke meerwaarde sowieso belast is, werd ondertussen bijgesteld. Het evolueert nu eerder in de richting van beursgenoteerde aandelen, hoewel de tolerantie daarvoor nog steeds veel groter is om tot speculatieve meerwaarden te besluiten.
Op het vlak van erfbelasting lijkt het wel een gevaarlijk instrument, zowel als de sleutel verloren gaat als wanneer het gaat over de waarde die plots fors kan dalen ten opzichte van het ogenblik van overlijden.
Benieuwd ten slotte hoe de compliance van de banken zal reageren. Hoe specifiek zullen de bewijzen moeten zijn dat de gelden die werden bekomen door een verkoop van bitcoins hun normaal fiscaal regime ondergaan hebben en gaan zij hun cliënten wijzen op de al dan niet-belastbaarheid van de meerwaarden?