Bij het opstellen van hun huwelijkscontract kunnen echtgenoten allerhande regelingen opnemen voor wanneer hun huwelijksstelsel wordt ontbonden. Denk bijvoorbeeld aan een effectenrekening van de man die bij zijn overlijden aan zijn echtgenote toekomt. In een recente voorafgaande beslissing heeft de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) zich over een dergelijk specifiek beding uitgesproken en de vraag beantwoord of dit aanleiding geeft tot erfbelasting (voorafgaande beslissing nr. 22027 d.d. 15 juli 2022).
Toebedeling van een eigen goed
De voorafgaande beslissing werd aangevraagd door twee aanstaande echtgenoten die een huwelijkscontract met scheiding van goederen zouden sluiten. Zij woonden al enkele jaren feitelijk samen en hadden één gemeenschappelijk kind. De man had ook een kind uit een eerdere relatie.
In het huwelijkscontract zouden de aanstaande echtgenoten voorzien dat een effectenrekening, die behoort tot het eigen vermogen van de echtgenoot, zou toekomen aan de vrouw wanneer het huwelijksstelsel zou worden ontbonden door overlijden van de man. Per jaar dat hij gehuwd zou zijn met zijn echtgenote, zou de man een bepaald forfaitair bedrag bijstorten op deze effectenrekening. Dit zou steeds gebeuren met middelen die tot zijn eigen vermogen behoren.
Aangezien de vrouw deze effectenportefeuille pas bij het overlijden van haar echtgenoot zou verkrijgen, stelt zich de vraag of er erfbelasting zou verschuldigd zijn op deze overdracht.
Motivatie van de aanvragers
In de aanvraag tot voorafgaande beslissing zetten de aanvragers uiteen waarom ze deze regeling in hun huwelijkscontract willen opnemen. Ze wensen als basisregime een stelsel van scheiding van goederen aan te nemen, omdat zij zelf hun eigen vermogens en inkomsten afzonderlijk willen beheren en ontvangen. De man heeft overigens al een zeker vermogen opgebouwd en er is het niet-gemeenschappelijk kind, wiens belangen de aanstaande echtgenoten niet in het gedrang willen brengen door hun huwelijk.
Niettemin wil de man de verzorging van zijn echtgenote niet uit het oog te verliezen. Mocht hij vóór haar overlijden, dan wil hij haar het nodige comfort en welzijn bieden en haar compenseren voor haar inspanningen en opofferingen gedurende hun huwelijk. Door dit te regelen op het niveau van het huwelijkscontract heeft de echtgenote voldoende zekerheid dat dit niet eenzijdig door de man kan worden herroepen en dat de kinderen deze regeling, in principe, niet kunnen aanvechten. Tegelijkertijd heeft de man de zekerheid dat het beding enkel uitwerking zal krijgen als hij bij zijn overlijden nog gehuwd is. Bij echtscheiding heeft het beding geen uitwerking.
Beslissing Vlabel
Vlabel erkent in de voorafgaande beslissing dat het beding van toebedeling van een eigen goed in een huwelijkscontract een overeenkomst onder bezwarende titel is en er derhalve geen sprake is van een schenking. Verder stelt zij dat de toebedeling van eigen goederen van de man geen erfrechtelijke verkrijging is, maar een verkrijging op grond van een overeenkomst onder de levenden.
Vlabel besluit dat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn op de toebedeling van een eigen goed op grond van een huwelijkscontract. Voor zover het hierbij om de verkrijging van roerende goederen gaat, zal er ook geen registratiebelasting (bijvoorbeeld verkoop- of verdeelrecht) verschuldigd zijn.
Ten slotte oordeelt Vlabel dat er in casu geen sprake is van fiscaal misbruik. Er wordt dus bevestigd dat de aanvragers, gelet op de niet-fiscale motieven die zij aanvoeren (aanwezigheid niet-gemeenschappelijk kind en de éénzijdige werking van het beding), geen fiscale bepalingen proberen te ontwijken.
Besluit
Deze recente voorafgaande beslissing is een mooi voorbeeld van een creatieve en fiscaalvriendelijke vermogensplanning tussen echtgenoten. Het is heel vaak een bekommernis van de echtgenoten om elkaar met het nodige comfort achter te laten. Om deze doelstelling te bereiken, bestaan er vandaag verschillende technieken, waarvan het beding tot toebedeling van een eigen goed in het huwelijkscontract er één is. Nu Vlabel zich heeft uitgesproken over de fiscale behandeling ervan, is dit des te meer een interessante planningstechniek.