De Vlaamse belastingdienst (Vlabel) wordt nog maar eens teruggefloten bij het inroepen van fiscaal misbruik. Het hof van beroep te Gent oordeelde op 6 december 2022 dat er geen sprake was van fiscaal misbruik met betrekking tot een asymmetrische uitbreng uit de huwgemeenschap gedaan in extremis.
Uitbreng bij leven is fiscaal misbruik volgens Vlabel
Het geschil draaide om een koppel dat onder het wettelijk stelsel was gehuwd en een beding van vooruitmaking en/of verblijving had opgenomen in hun huwelijksovereenkomst. Hierdoor kon de langstlevende echtgenoot goederen uit het gemeenschappelijk vermogen kiezen en/of werden alle goederen toebedeeld aan de langstlevende. In 2011 werden gelden op een zichtrekening uitgebracht uit het gemeenschappelijke vermogen en verdeeld tussen de eigen vermogens van beide echtgenoten. In 2015 vond een asymmetrische uitbreng plaats, waarbij roerende goederen werden toegekend aan het eigen vermogen van mevrouw, die schenkbelasting betaalde op de helft van de waarde van deze goederen. In datzelfde jaar overleed meneer na een slepende ziekte.
Bij de controle van de aangifte van nalatenschap werd door Vlabel gesteld dat de uitbrengen in 2011 en 2015 als fiscaal misbruik dienen te worden beschouwd. Ze zouden immers enkel gebeurd zijn om erfbelasting te ontwijken. De langstlevende echtgenote en de kinderen tekenden hiertegen bezwaar aan en kregen gelijk van de rechtbank van eerste aanleg, die de aanslag in de erfbelasting vernietigde. Vlabel vestigde echter een nieuwe aanslag, waarbij nu enkel de uitbreng gebeurd in 2015 werd geviseerd. Opnieuw stelde de rechtbank van eerste aanleg Vlabel in het ongelijk. Vlabel tekende hoger beroep aan tegen die beslissing, aangezien ze van mening bleef dat de uitbreng in 2015 enkel gebeurd was om zich buiten de toepassing van de erfbelasting te stellen, gelet op het nakende overlijden van meneer. De uitbreng gebeurde volgens Vlabel dus enkel om de erfbelasting te vermijden en niet uit loutere vrijgevigheid.
Hof van beroep Gent fluit Vlabel terug
Het hof van beroep te Gent heeft Vlabel in het ongelijk gesteld. Het hof wijst op het feit dat Vlabel niet alleen dient aan te tonen dat de belastingplichtige zich buiten het toepassingsgebied stelt van een belastingbepaling, maar dat hij ook dient aan te tonen dat de rechtshandeling in strijd is met de achterliggende doelstellingen van de wetgever met betrekking tot de voorliggende fiscale bepalingen.
Vlabel argumenteerde dat de uitbreng enkel diende om belastingen te vermijden en wees op verschillende feiten om dit te onderbouwen, zoals het korte tijdsbestek tussen de uitbreng en het overlijden, het feit dat de uitbreng alleen in het voordeel van één echtgenoot gebeurde en het gegeven dat de reservataire erfgenamen niet om inkorting hadden gevraagd (terwijl 95% van de huwgemeenschap werd uitgebracht).
Het hof oordeelde echter dat deze feiten onvoldoende zijn om te bewijzen dat de wetgever doelbewust reeds geregistreerde schenkingen tussen echtgenoten wenst te belasten in de erfbelasting, zelfs als deze in extremis werden uitgevoerd. Ook stelde het hof dat Vlabel niet kon aantonen dat de wetgever ook toekenningen van huwelijksvoordelen bij leven wenst te viseren. Het gaat in casu immers niet over een ongelijke toebedeling met uitwerking bij overlijden van één van de echtgenoten. De omstandigheid dat de partijen op het ogenblik van de verrichting de zekerheid hadden dat de erflater weldra zou overlijden, doet hieraan geen afbreuk. De uitbreiding van het toepassingsgebied naar toekenningen van huwelijksvoordelen bij leven zou een wetgevende tussenkomst vereisen.
Het hof benadrukte ten slotte dat de uitbreng in 2015 onderworpen is geweest aan schenkbelasting. De fiscale bepalingen waarop Vlabel zich steunt, viseren enkel de overbedeling aan de langstlevende echtgenoot zonder de betaling van belastingen. Daarom concludeerde het hof dat Vlabel faalde in zijn bewijsvoering voor de toepassing van de antimisbruikbepaling.
De wildgroei van fiscaal misbruik een halt toegeroepen?
Kortom, het hof van beroep te Gent stelde vast dat een asymmetrische uitbreng van goederen uit de huwgemeenschap bij leven geen fiscaal misbruik vormt, zelfs niet wanneer deze plaatsvindt in anticipatie op een verwacht overlijden van een van de echtgenoten.
Het arrest illustreert opnieuw dat Vlabel de antimisbruikbepaling te pas en te onpas inroept. Gelukkig gaat de rechtspraak in tegen de al te ruime toepassing van de antimisbruikbepaling door Vlabel.